Door: Esther Crabbendam
In 2015 moet Geerte Piening (23) na het uitgaan nodig plassen, maar alle cafés zijn dicht en is er geen openbaar vrouwentoilet te bekennen. Geerte doet haar plas in een steegje en krijgt een boete wegens wildplassen. Drie jaar later is ze een rechtszaak en een aantal ludieke acties verder in haar strijd voor meer openbare toiletten voor vrouwen. Nog steeds probeert ze het onderwerp op de politieke agenda te krijgen. Inmiddels wordt ze bijgestaan door Lobby Lokaal, een kersverse stichting die professionele lobbyisten koppelt aan burgerlobbyisten zoals Geerte.
De acties van Geerte passen in een wereldwijde ontwikkeling waarin burgers vaker het heft in eigen handen nemen en bij politici aankloppen. De Oostenrijkse Max Schrems ontdekte dat Facebook veel meer data van hem had dan zou mogen en voerde een succesvolle lobby en rechtszaak tegen het bedrijf. Alejandro Calvillo startte in Mexico acties voor hogere belasting op frisdrank met veel suiker en kreeg uiteindelijk genoeg steun voor de invoer van deze ‘soda taks.’ Studenten van Cambridge ontdekten dat meer dan honderd stafleden minder dan het living wage verdienden en voerden zo veel druk uit dat de universiteit uiteindelijk het loon van de stafleden verhoogde.
Bijzonder hoogleraar Internationaal Recht aan de New York University of Law Alberto Alemanno (42) gebruikt deze voorbeelden als bewijs dat we als individu meer moeten leren aankloppen bij politici. Het enige dat je nodig hebt is iets om voor te vechten, uithoudingsvermogen en enthousiasme, zo schrijft Alemanno in zijn boek ‘Lobbying for change.’ Alemanno is oprichter van The Good Lobby, een organisatie die (beginnende) lobbyisten opleidt en inzet voor sociale lobby op Europees niveau. In het boek legt hij in tien stappen uit hoe iedereen van zichzelf een succesvol burgerlobbyist kan maken.
Veel mensen hebben een negatieve connotatie bij het woord lobby. In uw boek schrijft u dat meer lobby juist goed is voor de maatschappij. Kunt u dat uitleggen?
Lobby heeft een negatieve connotatie, maar het is een van de meest democratische dingen die burgers kunnen doen. Ik zeg vaak dat onze samenleving meer lobby nodig heeft en niet minder: het kan de samenleving democratischer maken.
Burgerlobby is een vorm van betrokkenheid bij de politiek die veel meer is afgestemd op de huidige tijdgeest. Je kunt er je zorgen mee uiten en beleidsmakers confronteren met hoe hun plannen in de realiteit uitwerken. Het is een manier om de politiek te beïnvloeden in de tijd dat er geen verkiezingen zijn.
Maar het probleem van deze manier van inspraak is dat het op dit moment wordt gekaapt door voornamelijk grote bedrijven. Daardoor wordt de meerderheid, de gewone burger, ondervertegenwoordigd.
Het is tegenwoordig toch juist heel makkelijk om politici te bereiken? We hebben aan de ene kant meer toegang tot informatie dan ooit en zijn een email van een politicus verwijderd, maar aan de andere kant noemt u dat de kloof tussen burgers en de politiek groter is dan ooit.
Dat is inderdaad een beetje een paradox. We zijn nog nooit in een betere positie geweest om een verschil te maken in de wereld en het is inderdaad gemakkelijk om in contact te komen met onze vertegenwoordigers. Het levert echter nog weinig resultaat op en daarom voelen we ons gefrustreerd en machteloos.
Hoe verklaart u dat?
We zien dat burgers steeds minder interesse hebben in de politieke wereld. We wachten af, stemmen steeds minder, de opkomst daalt, en het wantrouwen in het politieke systeem is groot.
We moeten niet meer wachten tot politici naar ons toekomen en luisteren, maar zelf naar hen toe gaan en zeggen: we hebben ideeën en we willen dat u daar naar luistert.
Politiek is tegenwoordig zo ingewikkeld en geprofessionaliseerd geworden dat het lijkt alsof je om een succesvol politicus te worden juist al je banden met de samenleving moet loslaten. Politici zijn te goed in politiek, en te slecht in het echte leven.
Is dat ook het verschil tussen activisme en lobby? Dat je je strategie aanpast om in het politieke systeem te passen in plaats van meer disruptief te zijn?
Ik denk dat burgerlobby, wat ik zie als lobby door burgers voor burgers, een disruptieve kracht is en zelfs in de buurt komt van activisme. Activisten zijn goed in het creëren van bewustwording over maatschappelijke thema’s en in het veranderen van sociale normen. Ze dragen bij aan acceptatie en begrip voor belangrijke issues.
Maar activisten zijn nog niet altijd goed in het gebruiken van de middelen die lobbyisten wel gebruiken. Middelen die beleid en wetgeving kunnen veranderen. Ik denk dat activisten lobby vaker zouden kunnen gebruiken om dichter bij echte verandering te komen.
Dus activisten zouden de middelen van lobbyisten moeten toepassen om hun acties naar een hoger niveau te tillen?
Ik zal een voorbeeld geven van wat ik zie als het ‘upgraden’ van hedendaags activisme. Het middel dat activisten tegenwoordig het meest gebruiken is de online petitie. We verzamelen handtekeningen voor van alles en nog wat. We vragen mensen om een klik en kunnen vervolgens opscheppen over de miljoen handtekeningen die we net hebben verzameld. Het probleem hiermee is: wie doet vervolgens het zware werk? Wat is de volgende stap?
Zodra je 100.000 handtekeningen hebt verzameld heb je mensen nodig die deze vraag om sociale verandering kunnen omzetten in een echt wetsvoorstel of een campagne. In een daadwerkelijke ontmoeting waar je de interesse van iemand binnen de politiek wekt, die dit idee dan verder zal brengen.
Hier in Nederland vond onlangs een referendum plaats over de sleepwet. U schrijft in uw boek dat u directe democratie niet als oplossing ziet voor de kloof tussen burgers en politiek. Waarom niet?
Directe democratie probeert de representatieve democratie te slim af te zijn door te beweren dat we geen vertegenwoordigers meer nodig hebben, omdat een ander politiek systeem automatisch zou kunnen reproduceren wat burgers op elk moment willen. Maar dat vind ik een slippery slope. Ons huidige democratische systeem is het minst erge van alle andere systemen omdat het ons in staat stelt onszelf te wapenen tegen de tirannie van de meerderheid. Hoe beschermen we anders minderheidsgroepen of behandelen we onderwerpen met diffuse belangen zoals het milieu of de volksgezondheid?
Ik geloof dat burgerlobby een betere manier is om het politieke systeem te verbeteren, omdat het complementair is aan de representatieve democratie. Zo kunnen we nieuwe energie steken in een politiek systeem dat veroudert.
Hoe moeten burgers dat volgens u aanpakken?
Allereerst: lobbyen is iets dat iedereen kan. Stap één is pick your battle. Vraag jezelf achter waar je echt om geeft, wat jou s’ nachts wakker houdt.
Zodra je jouw strijd hebt uitgekozen moet je je huiswerk doen. Verzamel zoveel mogelijk informatie over het specifieke probleem. De tweede stap in het proces van lobbyen gaat om het verzamelen van deze ideeën en vervolgens het in kaart brengen van de stakeholders en hun standpunten.
Kunt u daar een voorbeeld van geven?
Veel mensen in Nederland die rondom Schiphol wonen klagen erover dat zij een hoge prijs betalen voor de mobiliteit van anderen. Er zijn veel mensen die hier onderzoek naar doen en veel partijen die er een standpunt over innemen.
Dit is ook wat bedrijven doen als ze gaan lobbyen. Wie zijn je toekomstige vijanden en vooral: wie zijn je toekomstige vrienden en ondersteuners? Wat is hun relatieve gewicht?
Schiphol Group is waarschijnlijk je tegenstander en heel krachtig, maar je hebt ook mondige groepen die je kunnen ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan politici, media, maar ook ngo’s en organisaties waar je misschien in eerste instantie niet op was gekomen. Je kunt bijvoorbeeld samenwerken met groepen die zich bezighouden met het welzijn van dieren, die worden getroffen door de overlast van luchthaven.
Hoe zet je dit vervolgens om in een lobby?
Als je eenmaal alle informatie hebt, kan je een plan van aanpak maken. Hoe ga je het grote probleem omzetten naar actie en welke weg kies je om dit mogelijk te maken.
Het kan via de politieke weg: je schrijft een opinieartikel, benadert de burgemeester of de CEO van een bedrijf, maar je kunt ook voor de legislatieve weg kiezen. Dan denk je na over het inrichten van nieuw beleid dat bijvoorbeeld restricties oplegt of grenzen schept. In het geval van Schiphol zou je kunnen denken aan bijvoorbeeld een tijdlimiet voor het landen van vluchten. Maatregelen die op een of andere manier de door jou gewenste verandering dichterbij brengen. Je kunt ook nog naar een rechtbank of ombudsman stappen.
Daarnaast kan je overal om je heen campagnevoeren. Bouw een campagne, maak een mooi logo en verzamel handtekeningen om bewustzijn te creëren.
Uiteindelijk moet je je voorbereiden op een ontmoeting met de politici of beleidsmakers. Als deze bijeenkomst niets oplevert omdat er niet naar je geluisterd wordt of omdat je een weinig empathisch iemand treft, hoeft dat niet het einde van je strijd te betekenen.
U richtte The Good Lobby op om burgerlobbyisten te ondersteunen in lobby bij de EU. Kan uw methode ook worden toegepast op lokaal of nationaal niveau?
Ik denk dat we vaak vergeten dat het lokale en het Europese niveau elkaar vaak overlappen. Vrijwel elk beleidsterrein wordt vandaag de dag medebepaald door de Europese Unie. We moeten de invloed van de EU gebruiken om ook lokaal en nationaal iets te veranderen.
Er zijn zo veel goede websites, zo veel mogelijkheden om lokaal, nationaal en op Europees niveau de politiek te bereiken. Maar niemand kijkt op de websites, niemand vindt de juiste informatie. Overheden zouden die toegankelijker en simpeler moeten maken.
Dat is een van de taken van The Good Lobby, de stichting die ik zelf heb opgericht om burgerlobbyisten te ondersteunen. We willen de tools die er al bestaan toegankelijk maken zodat burgers van lobby hun hobby kunnen maken – zoals ik het noem. Wat is je hobby? Ik ben een burgerlobbyist!