Afgelopen maart werd Lise Bøgh-Sørensen geconfronteerd met slecht nieuws. Haar moederland, Denemarken, besloot in een volledige lockdown te gaan om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Bijna 35 jaar geleden verhuisde Lise hier naartoe voor de liefde, maar samen met haar Nederlandse man bezoekt ze Denemarken regelmatig. Door de lockdown zou haar man voor het eerst niet welkom zijn in Denemarken; hun tweede thuis. Ze besloot over te gaan tot actie, met resultaat! We spraken haar over haar succesvolle lobby voor de liefde.
Neem ons nog even mee terug naar afgelopen maart. Wat gebeurde er precies?
“In maart was Denemarken een van de eerste landen die een streng coronabeleid hanteerde en de grenzen sloot. Dat betekende dat degenen zonder Deense nationaliteit ineens moesten bewijzen dat ze iets in het land te zoeken hadden, bijvoorbeeld voor werk. Dat had grote gevolgen voor mijn man, die geen Deens paspoort heeft. Sinds 1981 zijn wij partners en bezoekt hij Denemarken. In al die jaren heeft hij een band gekregen met het land, ook al heeft hij niet de Deense nationaliteit. Hij spreekt de taal en kent het land goed.”
Wat was je eerste reactie?
“Ik vond dat heel onredelijk. Meerde malen per jaar reist hij met mij naar Denemarken en plots wordt hem de toegang ontzegd. Natuurlijk begreep ik dat de overheid iets moest doen, maar deze maatregelen trof veel Deense families onnodig. Dat vond ik niet kunnen. Meerdere Denen die in Nederland wonen kampten met hetzelfde probleem en we bespraken met elkaar wat we konden doen. Een aantal van hen koos ervoor de situatie kenbaar te maken door een lezersbrief te sturen naar de Deense krant. Een boze lezersbrief. Ik was bang dat die aanpak te emotioneel was en het niet het gewenste effect zou hebben.”
Jij pakte het anders aan. Wat heb je gedaan?
“Ik dacht: ik moet de Deense overheid laten weten welke gevolgen deze regels hebben en hun verzoeken het beleid aan te passen. Op de website van de Deense regering stuitte ik op de verschillende commissies waar parlementsleden in zitten. Het leek me dat ik me moest richten tot de commissie van Buitenlandse Zaken. Eerst belde ik met het secretariaat van de commissie, om te vragen hoe ik dit het beste kon aanvliegen. Degene die ik sprak raadde me aan alle commissieleden een mail te sturen. Ik had gezien dat ze die week zouden vergaderen en hoopte dat ze mijn mail zouden behandelen. Dat kon het secretariaat me niet garanderen, maar ik dacht: niet geschoten is altijd mis.”
“Vervolgens heb ik een vriendelijke mail geschreven, waarin ik hen het probleem uitlegde. Ik schreef dat het me betreurde dat mijn man niet meer mee kon naar Denemarken en dat veel Denen met familie in het buitenland hierdoor onnodig getroffen werden. Ik verzocht hen de regels zo aan te passen zodat partners van Denen ook weer welkom waren in Denemarken.”
En daarna moest je afwachten?
“Inderdaad. Dat was best spannend, want mijn man en ik hadden al voordat de totale lock down inging een bezoek aan Denemarken gepland. We zouden in april gaan, zo’n vier weken nadat ik de commissie had benaderd. Het bleef lang de vraag of hij wel mee kon. Maar gelukkig kwam het verlossende bericht ongeveer een week voordat we wilden gaan. Het secretariaat mailde me terug dat de regering me tegemoet was gekomen en dat ze de regels hadden aangepast. Ik was ontzettend opgelucht! Sindsdien ben je als partner van een Deense weer gewoon welkom in het land, ook al beschik je niet over een Deens paspoort.”
Had je verwacht dat je lobby zo succesvol zou zijn?
“Nee, ik dacht eigenlijk: ze gaan hier nooit in mee. Het klonk namelijk alsof de regering behoorlijk vasthoudend was wat betreft hun coronabeleid. Dat het uiteindelijk gelukt is had ik nooit durven hopen.”
Eigenlijk heb je gelobbyd in de naam van de liefde!
“Ja! Zo zou je dat wel kunnen stellen. Ik ben heel erg blij dat het gelukt is. Over twee weken vertrekken we weer naar Denemarken om kerst te vieren met mijn broer. Daar kijk ik erg naar uit.”
Zou je zoiets snel weer doen?
“Ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat ik op elk moment zo zou handelen als ik het gevoel dat er een onrechtvaardige situatie gaande is. Als een goede reden is om over te gaan tot actie, dan zou ik het absoluut doen.”