‘Veel mensen denken dat wij onze integriteit hartstikke goed op orde hebben. Dat wij als Nederland een toonbeeld zijn voor integriteit. In de praktijk valt dat behoorlijk tegen’. Volgens Willeke Slingerland, lector Weerbare Democratie aan de Hogeschool Saxion, is corruptie ‘een blinde vlek’ in onze samenleving. Tijdens haar onderzoek naar netwerkcorruptie – de relatie tussen netwerken en corruptie tussen organisaties en overheden – kwam zij hier veel voorbeelden van tegen. Mette Vreeken spreekt met haar over netwerkbubbels, integriteitsdilemma’s en een mogelijke remedie.
De risico’s van een netwerk
‘Bij corruptie gaan we altijd uit van individueel handelen of een organisatie die corrupt is. Mijn onderzoek gaat over de rol van netwerken’, vertelt Slingerland. Voor haar promotie dook ze in publicaties waarin netwerken en corruptie met elkaar in verband gebracht worden. Daaruit blijkt dat netwerken over het algemeen als positief worden beschouwd. ‘Sociaal kapitaal is het DNA van onze samenleving, investeren in netwerken wordt daarom gezien als iets goeds’, licht Slingerland toe.
Met haar onderzoek laat Slingerland zien dat netwerken ook een schaduwkant kent. In het geval van netwerkcorruptie hoeven individuele handelingen die binnen een gesloten netwerk verricht worden op zichzelf niet onwetmatig te zijn. De handeling kan zelfs integer zijn. Maar als je die handelingen bij elkaar optelt, blijkt de boel een stuk minder onschuldig. Het principe van algemene wederkerigheid is hierbij leidend. ‘Jantje doet niet iets voor Pietje, maar voor het hele netwerk met de gedachte dat het netwerk ooit iets terug doet voor hem. Dat hoeft niet eens doelbewust te gebeuren’. Slingerland wil met haar onderzoek de ‘gevaren’ van zo’n groepsmechanisme aantonen en laten zien hoe ingewikkeld het kan zijn. ‘Soms heb je niet door in wat voor netwerkbubbel je eigenlijk zit’.
De netwerkbubbel
Slingerland deed onder meer onderzoek naar het corruptieschandaal in Roermond, waarbij oud-wethouder Jos van Rey betrokken was. De corruptie binnen het netwerk ontstond niet van de een op de andere dag, maar was een geleidelijk proces. ‘Het individuele gedrag van netwerkleden droeg bij aan de manier waarop het netwerk functioneerde en het netwerk versterkte het individuele gedrag’, stelt Slingerland.
De leden binnen het gesloten netwerk van Van Rey waren afkomstig uit de top van de politiek, de publieke en private sector. Ze hadden één gemeenschappelijke belang: het behouden van hun belangrijke posities, waarmee ze grote invloed hadden op de besluitvorming binnen én buiten de gemeente. Belangenverstrengeling, uitsluiting van partijen en onnodige hoge kosten waren het gevolg, al dan niet bewust.
Tijdens lezingen door het land gebruikt Slingerland deze casus regelmatig als voorbeeld om ‘het mechanisme’ bloot te leggen. Er blijkt namelijk veel vraag te zijn naar vormen van preventie. ‘Mensen herkennen het of willen het begrijpen’. De vraag die Slingerland steevast stelt is of de aanwezigen zich bewust zijn van hun informele rol binnen een netwerk. ‘Het gaat erom dat ze begrijpen dat dit een blinde vlek is en daarom een risico vormt.’
Die informele rol gaat niet alleen over taken die je uitoefent. Slingerland noemt de CO2 en stikstofproblematiek als voorbeeld. ‘Dat is een gevolg van rechtmatige handelingen zoals vlees eten en auto rijden, maar opgeteld hebben die handelingen een enorm schadelijk effect’. We zouden op ons consumptiepatroon moeten reflecteren vindt Slingerland, ook al wordt dit soms gezien als ‘betuttelend’. ‘Ik begrijp die kritiek, maar als je kijkt naar de samenleving hebben wij ons wel gecommitteerd aan bepaalde waarden’. Analoog aan dit voorbeeld gaat het bij het voorkomen van netwerkcorruptie dus niet alleen over de vraag of datgene wat je doet rechtmatig is, maar om de vraag wie jij bent en wat jouw rol is in het grotere plaatje, in de wereld. ‘Niet meer regels, maar deze vorm van bewustzijn is essentieel.’
Integriteit in de Eerste Kamer
Ook de landelijke politiek wordt regelmatig verweten een blinde vlek te hebben voor integriteitskwesties. De discussie over de nevenfuncties van Eerste Kamerleden – netwerkers pur sang – laait regelmatig op. Slingerland: ‘Natuurlijk is het goed dat we het gesprek hierover aangaan, maar ik ben de laatste die zegt dat senatoren geen nevenfuncties mogen hebben.’ Volgens Slingerland moeten we voorkomen dat we straks alleen nog maar beroepspolitici hebben, om zo de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen.
‘Ik ben juist voorstander van die nevenfuncties, omdat dit ook bepaalde kennis en ervaring met zich meebrengt.’ Maar Eerste Kamerleden moeten het gesprek over de risico’s niet uit de weg gaan. ‘Het zijn talige en slimme mensen, maar gek genoeg lukt het senatoren niet om uit te leggen dat het vervullen van verschillende rollen soms dilemma’s oplevert.’
Een geschenkenregister is niet de oplossing
Eind november sprak de Tweede Kamer over haar integriteit, een algemeen overleg waar slechts drie Kamerleden voor kwamen opdagen. ‘Ik begrijp dat dit onderwerp het achtuurjournaal niet haalt, zoals de stikstofproblematiek of de misstanden rondom kinderopvangtoeslagen. Maar in die debatten is de vraag wie jij bent als volksvertenwoordiger wel bepalend’. Het instellen van een vertrouwenspersoon en scherper toezicht op geschenkenregisters moeten integriteit in het openbaar bestuur verbeteren. Maar Slingerland hoopt juist dat in de toekomst Kamerleden die fles wijn gewoon weer mogen aannemen. ‘Ik heb niet gezien dat die drempelwaarde voor geschenken ons überhaupt heeft geholpen met de vraag hoe we met onze integriteit moeten omgaan. Een geschenkenregister creeërt geen fundamentele bewustwording, het geeft geen antwoord op de vraag welke taken je hebt als volksvertegenwoordiger en hoe jij deze inzet voor het goede doel.’
Integriteitkwesties zijn niet altijd tastbaar
Slingerland pleit ervoor dat senatoren, raadsleden en andere politici het gesprek aangaan over deze kwesties, open kaart spelen en uitleggen waar het schuurt. Ze is geen voorstander van individuele maatregelen, zoals stemonthouding bij bepaalde wetsvoorstellen of het invoeren van een gedragscode. ‘Het gaat mij juist om een stukje bewustzijn.’
Als voorbeeld noemt Slingerland de dividendbelasting. Het was beter geweest als Rutte transparant was over het dilemma dat voor hem lag, vindt Slingerland. ‘Dan heb je nog steeds niet iedereen aan je zijde, maar dan laat je tenminste zien dat jij als premier veel verschillende belangen hebt om af te wegen.’ Dat de dingen ook lastig zijn, daar kan iedereen volgens Slingerland begrip voor opbrengen. ‘Maar ga het niet ontkennen, dan zie je dus dat zo’n dividendbelasting kwaad bloed opzet.’
Rookgordijn rond integriteit
Politieke partijen hoor je ook maar zelden in de media over maatregelen om integriteitsproblemen te voorkomen, aldus Slingerland. De meningen verschillen nogal over de vraag welke afdeling van een politieke partij verantwoordelijk is voor integriteit. ‘Er wordt een soort rookgordijn opgeschoven, terwijl partijen juist zouden moeten aangeven: deze kwesties zijn inherent aan de politiek.’
Hetzelfde geldt voor politieke partijen onderling, vindt Slingerland. ‘Je ziet dat er altijd gewezen wordt naar andere partijen, omdat daarmee gehoopt wordt meer kiezers aan te trekken. Maar ik denk dat we allemaal toe zijn aan een soort eerlijkheid’.