“Alle Kamerleden werken echt keihard om vanuit hun perspectief ons land mooier te maken. Daar ben ik oprecht van overtuigd! Een van de middelen om dit te doen is het indienen van moties. Zo was er vorig jaar bijvoorbeeld een record van maar liefst 4500 ingediende moties”, aldus historicus, oud GroenLinks-Kamerlid en NRC-columnist Zihni Özdil tijdens het WKPA-symposium in februari.

Door zijn werk als Kamerlid in het hart van de democratie weet Özdil precies wat de laatste trends zijn in de Tweede Kamer. Hij noemt zichzelf een ‘zij-instromer’; iemand die nog geen ervaring als politicus heeft. Hierdoor was zijn blik nog open en kon hij zich verwonderen over wat er in de Tweede Kamer gebeurt. Zo ontdekte hij een nieuwe trend: “de screenshotdemocratie”.

Als voorbeeld van deze ‘nieuwe’ vorm van democratie noemt Özdil een motie die hij zelf deelde op twitter als Kamerlid: ‘Mijn motie over ouderschapsverlof en beter evenwicht tussen werk en privé is nu niet aangenomen. Maar ik strijd door’. Deze manier van profileren door het inzetten van moties wordt steeds meer gebruikt door Kamerleden volgens Özdil. Ook grijpen Kamerleden de moties aan om de afkeuring over andere partijen uit te spreken. “Als een motie het niet haalt spreek je van schande over andere partijen”, vertelt Özdil. Volgens hem is het indienen van een motie dus ook “een instrument om je Kamerlidmaatschap vorm te geven”.

Özdil ontdekte dat er in 2018, toen hij nog als Kamerlid werkte, meer dan 4500 moties werden ingediend door politieke partijen. In 61 gevallen vond er een hoofdelijke stemming plaats. De hoeveelheid moties is vooral opmerkelijk omdat het kabinet helemaal niet verplicht is een aangenomen motie uit te voeren. Daarnaast kan een bewindspersoon er ook nog voor kiezen een motie voorafgaand aan de stemmingen af te raden of te bestempelen als ‘onaanvaardbaar’. Hoewel dat laatste misschien maar zelden gebeurt, is het ‘afraden’ van een motie aan de orde van de dag.

Waarom dan toch zo’n inflatie van moties? “Omdat er maar 150 Kamerleden zijn”, stelt Özdil. “En dat aantal is niet veranderd sinds 1957. Best gek als je het aantal inwoners van nu vergelijkt met die tijd”, vindt Özdil. Ga maar eens na: in de jaren vijftig leefden er ongeveer 10 miljoen mensen in Nederland, en nu gaan we al richting de 18 miljoen. As je Eerste en Tweede Kamer bij elkaar optelt betekent dit simpelweg dat Nederland maar 13 volksvertegenwoordigers per miljoen inwoners heeft. In andere landen is dat veel meer.

Daarnaast is de ondersteuning van onze volksvertegenwoordiging zeer beperkt. Kamerleden hebben, als ze geluk hebben, één inhoudelijke beleidsmedewerker voor zichzelf, terwijl de ministers en staatssecretarissen gebruik maken van een ambtenarenapparaat met honderden ambtenaren. “Dat is toch geen eerlijke wedstrijd?”, vraagt Özdil ongelovig. “Het hele idee van dualisme, namelijk dat de regering regeert en het parlement controleert, is hierdoor praktisch bijna onmogelijk”.

Een motie is dan een relatief makkelijk middel om jezelf toch nog een beetje te profileren. Het gevolg? Een stortvloed van moties puur voor de bühne: de inhoud is misschien irrelevant of vanzelfsprekend, maar de motie zelf biedt politici weer aanleiding om erop los te twitteren. Een screenshotdemocratie is geboren.