Door Tino Wallaart

Even interessante als rake observatie van NRC-columnist Tom-Jan Meeus: de werkgeverslobby zit in de verdrukking. Sinds de dividendbelasting haalt het machtige VNO-NCW niets meer binnen. En dat ondanks het voor werkgevers traditiegetrouw gunstige centrumrechtse kabinet. 

Een politicologische verklaring zoekt Meeus in de ‘inhaligheid’ die het bedrijfsleven de afgelopen jaren aan de dag gelegd heeft. ‘Als je alleen gelijk wilt krijgen en nog zelden iets teruggeeft, keert alles zich op een dag tegen je,’ vertrouwt een anonieme werkgeverslobbyist Meeus toe. In die woorden klinkt het gedachtegoed van voormalig VNO-NCW directeur en nu CDA-senator Niek-Jan van Kesteren door. Deze gigant van het poldermodel beheerste als geen ander de kunst van de politiek naar de hand van werkgevers te zetten door af en toe werknemers iets te gunnen. 

Maar toch. Inhaligheid als oorzaak van tanende invloed – zou het werkelijk? De analyse doet nostalgisch aan. Herstel de polder met haar mores van geven en nemen in oude glorie en je zult zien: Den Haag eet uit je hand – tot de dividendbelasting aan toe. 

Meeus heeft een punt – maar ziet over het hoofd dat zich fundamentele veranderingen voltrekken in de manier waarop macht tot stand komt en uitgeoefend wordt. Dat staat mooi beschreven in het boek New Power van Henry Timms en Jeremy Heimans. Kort en goed komt het erop neer dat oude macht hiërarchisch, gecentraliseerd en gesloten was. Nieuwe macht is open en laagdrempelig, nodigt mensen uit zich aan te sluiten en onttrekt zich in hoge mate aan formele sturing. 

Recente voorbeelden uit New Power, zoals #metoo, black lives matter en succesvolle voorbeelden uit de platformeconomie, spreken tot de verbeelding als voorbodes van deze nieuwe tijd. Sterk door sociale media gedreven, campagne-achtige bewegingen die massale proporties aannemen en vervolgens tot de publieke opinie doordringen. 

Maar new power is meer dan een aardig modern viraal fenomeen. De nieuwe macht noopt tot verandering van de manier waarop we tegen invloed uitoefenen aankijken. Bij de ‘oude’ macht ging het om toegang tot gesloten circuits van beslissers – vandaar dat de klassieke lobbyist zoveel waarde hechtte aan een goed gevulde rolodex. Eenmaal doorgedrongen tot die circuits, gold: afzender belangrijker dan boodschap. Informatie was relevant want afkomstig van, pakweg, VNO-NCW. 

De les die de belangenbehartigers van het bedrijfsleven gemist hebben is dat het zo niet meer werkt. Allereerst is de afstand tot machthebbers verkleind. Dankzij sociale media kunnen burgers rechtstreeks contact zoeken met politici, CEO’s en hoge ambtenaren. Ten tweede zijn gegevens met één druk op de knop beschikbaar. Iets binnenskamers houden is er niet meer bij. En dus wordt er ineens met heel andere, kritische ogen gekeken naar informatie afkomstig van, pakweg, VNO-NCW.

In het tijdperk van nieuwe macht komt het dus aan op oprechte informatie. De naam van de afzender alleen is niet genoeg om serieus genomen te worden. Een crowd vol professionele amateurs kijkt immers 24/7 mee. Wat je inbrengt in de lobby moet daarom om te beginnen kloppen. Daarnaast moet de bron van de informatie deugen. Geen standaard riedeltje, maar serieuze nieuwe gegevens die bijvoorbeeld echt opgehaald zijn uit de achterban. Voldoet je lobby daar niet aan, dan kan een politicus of beleidsmaker je gevoeglijk negeren.

Het probleem is dat de lobby van de belangenorganisaties vaak losgezongen is van de zaak waarvoor ze zijn opgericht. Neem de beroepsvereniging voor verpleegkundigen, die enthousiast meewerkte aan het vergroten van het verschilt tussen mbo- en hbo-verpleegkundigen zonder de sluimerende onvrede onder hun 100.000 leden op de radar te hebben. Zulke organisaties beschikken over cockpits vol beleidsmedewerkers die beleidsvoorstellen en standpunten uitdokteren zonder te rade te gaan bij de leden. 

Hoe tandeloos dit soort informatie kan zijn in het huidige tijdsgewricht, toont VNO-NCW voorzitter Hans de Boer aan met interview in het FD het weekend voor Prinsjesdag. In een pleidooi voor investeringen in de economie komt de werkgeversvoorman met drie voorbeelden. Schiphol in zee, een snelle trein naar Groningen en Brainport Eindhoven. Ik moest even de datum checken of dit geen interview uit de jaren negentig was. Kan corporate Nederland echt niet beter dan drie gouwen ouwen inbrengen, aan de vooravond  van Prinsjesdag? 

Zo zal de reeks verliespartijen van het eens zo machtige VNO-NCW nog wel een tijdje aanhouden. Niet door inhaligheid, maar door het onvermogen om met de tijd van de nieuwe macht mee te gaan. Benieuwd wat Niek-Jan van Kesteren daarvan vindt.