17 februari 2021 – Iris Koster
Over minder dan een maand is het dan zover, de Tweede Kamerverkiezingen. Dat betekent een interessante en spannende politieke tijd met verkiezingsprogramma’s, partijcongressen en natuurlijk verkiezingscampagnes. Via deze middelen vertellen partijen wat hun plannen zijn als zij het na de verkiezingen voor het zeggen krijgen. Belangenorganisaties krijgen vaak ook de kans om met suggesties te komen voor het te voeren beleid. Door jouw inbreng tijdig op te sturen, is het dus mogelijk invloed uit te oefenen op de verkiezingscampagnes en de politieke agenda in aanloop van de Tweede Kamerverkiezingen.
Wat staat er nou in zo een verkiezingsprogramma? En hoe worden de verkiezingscampagnes beïnvloed door lobbyisten? WKPA neemt beleidskeuzes onder de loep die we terugzien in aanloop naar de Tweede kamerverkiezingen. Wat is de achtergrond van deze maatregel en welke rol heeft lobby hierin gespeeld? Deze week: de verhoging van het minimumloon.
Het wettelijk minimumloon (WML) is een onderwerp waar vakbonden zich al jaren mee bezig houden. Het minimumloon is de afgelopen jaren niet mee gestegen met de inflatie, waardoor de koopkracht van een aanzienlijk deel van de Nederlanders is afgenomen. In oktober hebben daarom meer dan 64.000 mensen hun handtekening onder de petitie ‘Minimaal 14 euro voor iedereen’ gezet. Deze petitie is gestart door FNV, en vraagt aandacht voor de lage koopkracht van werknemers die het WML verdienen. ‘‘Een nieuw kabinet moet werk maken van de verhoging van het minimumloon,’’ schrijft vakbond FNV. De vakbond wil dat het minimumloon van 10,24 euro per uur, wordt verhoogd naar een minimumloon van 14 euro per uur. Toch klinken er in het publieke debat ook andere geluiden. Volgens werkgeversorganisatie VNO-NCW zal een verhoging van het minimumloon juist dramatisch uitpakken voor de werkgelegenheid en hiermee ook de koopkracht van veel Nederlanders. WKPA zocht uit welke stemmen er te horen zijn in het publieke debat en of de lobby-activiteiten succesvol waren. Welke vakbond of organisatie heeft de verkiezingscampagnes van politieke partijen kunnen beïnvloeden en in haar voordeel laten uitpakken?
Lobby voor verhoging minimumloon
De vakbonden FNV en de Goede Zaak hebben eraan bijgedragen dat het onderwerp minimumloon afgelopen jaar op de politieke agenda is geplaatst. Het onderwerp werd door beide organisaties veelvuldig besproken en onder de aandacht gebracht in aanloop naar de verkiezingen. Zo lezen wij op de website van FNV dat de organisatie wil dat ‘‘ … iedereen kan leven in plaats van overleven.’’ Beide organisaties uiten hun zorgen over de dalende koopkracht van mensen met een minimumloon. ‘‘Vanaf eind jaren zeventig is de koopkracht met minstens twintig procent gedaald en wordt het voor deze mensen steeds ingewikkelder om rond te komen van dit bescheiden inkomen.’’ Hoewel de vaste lasten in de afgelopen decennia stegen, steeg het inkomen van deze bevolkingsgroep niet mee. Daarom startte FNV de campagne ‘Voor 14’, waarmee ze pleiten voor een minimumloon van 14 euro bruto per uur. FNV en de Goede Zaak hopen dat een verhoging van het WML ook zal leiden tot het realiseren van een hoger inkomen voor mensen met een uitkering of AOW. De hoogte van deze uitkeringen is namelijk gekoppeld aan het minimumloon. Een stijging van het minimumloon betekent ook een stijging van de uitkeringen. Gebaseerd op deze berekeningen verkondigen de vakbonden verheugd dat 1,3 miljoen Nederlanders zullen profiteren van een verhoging van het WML.
Lobby tegen verhoging minimumloon
Ondanks deze argumenten, kent de verhoging van het minimumloon natuurlijk ook ferme tegenstanders. VNO-NCW, de brancheorganisatie voor grote werkgevers, stelde in 2019 dat ‘‘een eventuele verhoging van het minimumloon ‘dramatisch’ zal uitpakken voor werkgevers en bedrijven.’’ VNO-NCW wees naar een onderzoek van het CPB, waarin geconcludeerd wordt dat een verhoging van 5 procent leidt tot het verlies van 45.000 banen. Bedrijven waarschuwen dat dit komt door het verplaatsen van een groot aantal banen naar lagelonenlanden, wanneer het WML verhoogd wordt. Groepen met lagere inkomens kunnen beter ondersteund worden door gunstige belastingmaatregelen, stelde VNO-NCW. Tegenstanders van het minimumloon stelden bovendien dat dit plan ervoor zal zorgen dat de belastingbetaler 20 miljard euro extra zal moeten betalen. Dit komt doordat een hoger WML leidt tot hogere uitkeringen, die worden gefinancierd uit de geheven belastingen. Toch vond er een verrassende verandering plaats in deze visie van VNO-NCW. Na maanden inspanning, bereikte de lobby van FNV afgelopen week ook de werkgeversorganisatie, welke toezegde dat een hoger minimumloon bespreekbaar moet worden. VNO-NCW stelde wel een voorwaarde aan deze toezegging: Het toeslagenstelsel wordt aangepast en de totale loonkosten voor de werkgever mogen niet stijgen.
Ons oordeel
De lobby-inspanningen van FNV zijn dus succesvol geweest, ondanks eerdere tegenstand van VNO-NCW. De kans is groot dat het huidige minimumloon 10,24 euro per uur onder het volgende kabinet verhoogd zal worden. Nagenoeg alle partijen stellen in hun verkiezingsprogramma dat dit bedrag verhoogd moet worden, aangezien het inkomen en de koopkracht bij laagbetaalde banen aanzienlijk achterblijft bij dat van andere inkomensgroepen. Daarnaast is de PvdA ook een petitie gestart om het minimumloon te verhogen en noemt partijleider Ploumen de verhoging van het minimumloon een breekpunt aan de formatietafel. Pas als partijen bereid zijn grote stappen te nemen rondom dit onderwerp, is Ploumen (PvdA) bereid om een coalitie te vormen: ‘Heel veel mensen kunnen nu niet rondkomen dus moet het minimumloon echt omhoog.’ Opvallend is dat sinds dit jaar ook coalitiepartijen, zoals D66 en VVD, het onderwerp hebben opgenomen in hun verkiezingsprogramma.
Hoewel meerdere partijen stellen dat het minimumloon verhoogd moet worden, verschillen de meningen over welk nieuw uurloon gepast is. Zo pleiten SP, GroenLinks en PvdA voor een bedrag van 14 euro per uur. D66 heeft het daarentegen over een verhoging van 10 procent, wat neerkomt op 11,26 euro per uur. CDA deelde dit standpunt eerder ook, maar besloot tijdens het online verkiezingscongres toch niet meer te strijden voor een verhoging van het WML. De VVD noemt geen precieze bedragen of percentages en wil ook niet dat uitkeringen meestijgen met de verhoging van het minimumloon. We kunnen dus concluderen dat de lobby van VNO-NCW ook zijn vruchten heeft afgeworpen. Na de formatie zal duidelijk worden of partijen hun beloften nakomen en het minimumloon ook werkelijk verhoogd zal worden.