Door: Rosa Steffens

In 2019 bezocht Anna Strolenberg een theatervoorstelling over de status van Europa en daar kreeg ze een flyer in haar handen gedrukt van de nieuwe pan-Europese partij Volt. Drie jaar later is ze campagnestrateeg voor diezelfde partij en is ze druk bezig met de voorbereidingen voor de Provinciale Statenverkiezingen van 2023.

‘Ik vond politiek interessant, maar dacht altijd dat ik te activistisch was om een politieke carrière te ambiëren’, zegt Anna vanaf het kantoor van Volt in Den Haag. Ondertussen zijn twaalf medewerkers fulltime in dienst bij de partij, lopen er een aantal stagiairs rond en werken zij hecht samen met de Tweede Kamerfractie. ‘Toen ik drie jaar geleden begon was dat wel anders. Destijds was er net genoeg geld om drie medewerkers aan te nemen en werkten we vanuit een anti-kraakpand in Utrecht.’ Hoewel er in de drie jaar dat Anna voor Volt werkt veel is veranderd, zijn sommige dingen ook hetzelfde gebleven. ‘De dynamiek en het enthousiasme is nog net zo groot als toen we begonnen’. 

Het groeiende team helpt de partij professionaliseren. ‘Voor de Tweede Kamerverkiezingen en de Gemeenteraadsverkiezingen was nog alles nieuw’, vertelt Anna. ‘Nu gaat alles veel sneller, we hebben voor de Provinciale Statenverkiezingen voor volgend jaar een veel betere voorbereiding. Dit zorgt voor rust, maar brengt ook nieuwe actiepunten. We zijn een nieuwe partij, maar ook een met grote verwachtingen en die willen wij waarmaken.’ Voor elke verkiezing waar Volt de afgelopen jaren aan mee heeft gedaan geldt dat het de eerste keer was. Dit is uiteraard ook het geval voor de provincie. Hoewel dit kansen biedt, zorgt het ook voor extra uitdagingen. ‘We kunnen kandidaten en gekozen volksvertegenwoordigers iets minder goed begeleiden omdat we weinig mensen met politieke ervaring hebben’, stelt Anna. Een andere mogelijke valkuil is de ambitie van de partij. ‘Omdat we een jonge partij zijn willen we veel, maar moeten een bepaalde focus aanbrengen op thema’s die heel belangrijk voor ons zijn. Niet alle kanten opgaan, maar een concrete bijdrage leveren.’ 

Hoe ga je als campagnestrateeg te werk als er nieuwe verkiezingen aankomen? ‘Het was erg zoeken, we moesten eerst met de provinciale teams bespreken of iedereen al klaar was om in 2023 mee te doen’, vertelt Anna. ‘Ik moest mij ook eerst erg inlezen en heb met veel organisaties en oud-statenleden gesproken over hoe de provincie werkt. Daarnaast was het ook belangrijk om te weten wat Volt wilde. We zijn begonnen met een basis verkiezingsprogramma voor de provincies, maar we hebben de keuze om deel te nemen aan de verkiezingen echt bij de provincies gelegd. Wat volgde is dat mensen in de provincies met elkaar in gesprek gingen over eigen gestelde voorwaarden. Uiteindelijk zijn we samen tot een strategie gekomen.’ 

Stikstof, waterbeheer en digitalisering

De Provinciale Statenverkiezingen van 2023 worden volgens sommigen ‘‘de belangrijkste ooit’’. De toekomst van de landbouw, het stikstof dossier, de energietransitie, wonen en bestaanszekerheid zijn thema’s die de verkiezingen lijken te gaan domineren. ‘Wij houden ons naast de grote thema’s ook met andere onderwerpen bezig’, legt Anna uit. ‘Volt heeft veel jonge leden en stemmers, daarom kijken wij naar onderwerpen die onze en de volgende generaties gaan beïnvloeden.’ De partij richt zich om deze reden ook op waterbeheer en digitalisering. Europese richtlijnen bepalen dat in 2027 de waterkwaliteit goed moet zijn, gebeurt dat niet kunnen boetes worden uitgedeeld en landbouwprojecten stopgezet. Daarnaast meent Anna dat digitalisering nooit écht urgent is geweest, ‘de overheid loopt heel erg achter’, zegt ze. Waarom kijkt Volt verder dan de grote thema’s? ‘We willen niet meegaan met de waan van de dag, wij kijken naar wat ons ‘overmorgen’ gaat beïnvloeden.’ 

De lage opkomst

De opkomstcijfers voor de Provinciale Statenverkiezingen zijn al jaren laag, iets waar ook Volt zich bewust van is. De partij ziet dat hun grootste kiezersgroep, jonge mensen, de provinciale verkiezingen vaak overslaan. Om dit te veranderen is Volt bezig met een bewustwordingscampagne, zodat juist jongeren aankomende maart naar de stembus gaan. ‘Door de lage opkomst van jongeren is deze groep niet altijd goed vertegenwoordigd, terwijl er juist in de provincie besluiten worden genomen die voor hun toekomst en directe leefomgeving belangrijk zijn. Dit vinden wij echt zonde.’ Om de campagne kracht bij te zetten hoopt Volt samen te kunnen werken met andere partijen. ‘Jongeren hoeven niet eens op ons te stemmen, als ze maar gaan stemmen’, benadrukt Anna. 

Een nieuwe partij in de provincie

In het versplinterde politieke landschap zit lang niet iedereen te wachten op nog een politieke partij. Toch denkt Volt een verschil in de provincie te kunnen maken. ‘Veel onderwerpen die in de provincie spelen worden bepaald door Europese wetgeving en wij zijn hier veel mee bezig.’ Of kiezers de link tussen Europa en de provincie zien? ‘Ik hoop het’, zegt Anna. ‘Er is een grote kans dat mensen gaan kiezen op basis van stikstof, maar ik hoop dat mensen zich ook zullen bezighouden met andere onderwerpen.’ Daarnaast denkt Anna dat Volt in de grensregio’s actief kan worden, want juist daar liggen kansen voor de Europese partij. ‘De samenwerking tussen regio’s van verschillende landen is voor bewoners niet optimaal. Het is een heel gedoe om aan de ene kant van de grens te werken, maar aan de andere kant te wonen. Over de grens heen en weer met openbaar vervoer is bijvoorbeeld een heikel punt. Dit moet beter kunnen.’ 

Naast nieuwe ideeën en betere internationale samenwerking hoopt Volt vooral het politieke klimaat te veranderen. ‘Het vertrouwen is heel laag en het politieke landschap verhardt steeds meer. Wij merken dat jonge mensen huiverig zijn om politiek actief te worden, terwijl wij graag zouden zien dat jongeren beter vertegenwoordigd worden.’ Hoe Volt het politieke landschap wil veranderen? ‘We willen geen verschillen uitvergroten en stellen vragen die nooit eerder gevraagd zijn’, legt Anna uit. ‘We merken dat waar we in de Gemeenteraad zitten dit werkt en mensen positief zijn, maar er is nog veel werk te verrichten.’