Door: Rosa Steffens

Anouk Gielen (23) is lijsttrekker voor GroenLinks Noord-Holland voor de Provinciale Statenverkiezingen in 2023. ‘Het is natuurlijk niet zo dat je vanaf jongs af aan denkt “later als ik groot ben ga ik bij de provincie’’, maar ik was al vroeg bezig met politiek, verandering en vragen over invloed,’ vertelt Gielen als we haar vragen hoe haar carrière in de provinciale politiek is begonnen. Nu de nieuwe verkiezingen voor de deur staan is het een mooi moment om terug te blikken op de afgelopen vier jaar.

De eerste jaren 

Al vroeg was Gielen bezig met de vraag hoe je de wereld een beetje mooier kan maken. Op de middelbare school zocht ze het antwoord bij het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en werd ze verantwoordelijk voor de lobby en persvoorlichting. ‘Bij LAKS kwam ik erachter dat wanneer je echt iets wil veranderen, je bij de politiek moet zijn.’ Gielen was inmiddels lid van GroenLinks toen zij zag dat de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 er aan zaten te komen. Hoewel ze zichzelf in eerste instantie te jong vond en dacht dat de verkiezingen te vroeg kwamen, hebben haar partijgenoten haar overgehaald. ‘De dag voor de deadline heb ik mij opgegeven. Na een paar gesprekken bleek ik op plek 5 te komen, totaal onverwachts! Ik verstond eerst plek 15 en was heel erg blij, maar het was dus zelfs plek 5,’ lacht Gielen. 

De eerste jaren van het Statenlidmaatschap waren pittig. ‘Als beginnend Statenlid ben je snel geneigd iemand na te doen, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling want ik zit daar omdat het een keer anders moet. Na ongeveer anderhalf jaar begon alles wat meer te draaien en kreeg ik steeds meer vertrouwen. Dit is ook het moment waarop je het werk steeds meer eigen kan gaan maken,’ legt Gielen uit. Het is ongeveer vier jaar geleden dat ze de knoop doorhakte en besloot zich kandidaat te stellen. Of het de goede beslissing was? ‘Absoluut!’ 

Het belang van de provincie 

Met thema’s als stikstof, klimaat, bestaanszekerheid en de energiecrisis worden de aankomende verkiezingen gezien als een van de belangrijkste in jaren. ‘Vier jaar geleden kreeg je wel eens de vraag of we de provincie moeten afschaffen, maar met de huidige thema’s en uitdagingen wordt die vraag écht niet meer gesteld. Tegelijkertijd heeft de provincie nu ook de taak om te bewijzen dat ze een belangrijke stem heeft.’ De provincie heeft zelf ook rol in haar eigen bekendheid. Burgerparticipatie is volgens Gielen een van de tools die de provincie kan inzetten om meer inwoners bewust te maken van de bestuurslaag en haar rol. Een ander belangrijk middel om de bekendheid van de provincie te vergroten is media. ‘Soms vraag ik mij af of het erg is dat de provincie niet erg bekend is, maar tegelijkertijd denk ik ook dat in een democratie media een heel belangrijke factor is. Via de media kan je verantwoording afleggen richting de kiezers en dat gebeurt bij de provincie te weinig,’ legt Gielen uit. ‘Het tekort aan media aandacht zorgt ervoor dat veel provinciale standpunten nauwelijks bekend zijn, ook niet als die verschillen ten opzichte van landelijke politiek. Ik geloof dat meer media aandacht de kwaliteit van het bestuur ten goede komt.’

Hoe ziet Gielen zelf de rol van de provincie? ‘Ik zeg weleens: “de provincie is de coördinator ten opzichte van de gemeenten en de lobbyist van de gemeenten richting het rijk.” Als middenbestuur hebben wij met alle twee de lagen te maken. Vaak zie je dat de grote thema’s landelijk bepaald worden, maar dat de provincie hierin een uitvoerende taak heeft. Kijk naar woningbouw of naar windmolens bijvoorbeeld, als provincie heb je vooral op deze vraagstukken juridisch instrumenten.’ 

Lobby in de provincie 

Niet alleen de media en burgers hebben soms moeite om de weg naar het provinciehuis te vinden, ook bedrijven laten de bestuurslaag vaak links liggen. Maatschappelijke organisaties weten Statenleden wél te vinden. ‘Nu de verkiezingsprogramma’s geschreven worden zie je veel grote maatschappelijke organisaties actief worden. Ik heb de afgelopen jaren echt wel eens gedacht: “Je mag mij echt wel meer input geven.” Natuurorganisaties doen dat echt wel anders omdat ze regionale afdelingen hebben en voor ons belangrijke partners zijn. In mijn ‘’normale’’ werk help ik mensen de gang naar de Tweede Kamer vinden en zeg ik altijd tegen ze dat je Tweede Kamerleden gewoon kan mailen, het zijn gewoon mensen en bijten niet. Dat geldt voor Statenleden ook.’ Gielen ziet weinig cultuurinstellingen contact opnemen met haar of haar collega’s, terwijl de provincie een belangrijke rol heeft in regionale cultuur. 

Burgerlobby is ook in de provincie belangrijk en effectief. In Noord-Holland zijn er een aantal groepen die de provincie weten te bereiken. ‘Als je kijkt naar burgerlobby of bewonersgroepen valt het mij op dat er altijd één echte jurist in hun midden is die op een slimme manier hun belang behartigt. Ik maak mij wel eens zorgen over ongelijkheid hierin. Goed georganiseerde bewonersgroepen bestaan vaak uit mensen die de luxe en de tijd hebben om in te spreken of naar een bewonersavond te gaan. In de windmolendiscussie speelt dit ook, mensen op IJburg hebben wel de means om zich hierover uit te spreken, maar bewoners uit andere gebieden een stuk minder,’ licht Gielen toe. Wat kunnen verschillende groepen zelf doen voor een betere lobby? ‘Ik geef mensen altijd de tip om bondgenoten te verzamelen, omdat je samen altijd sterker staat.’