Marieke Koekkoek, juriste en moeder van twee, is de nummer vier op de kandidatenlijst van Volt. Volt is één van de 37 partijen die op 17 maart strijdt voor een plek in de Tweede Kamer. Voor deze pan-Europese partij gaat 17 maart een spannende dag worden, de peilingen zijn positief. Emma Moll sprak met Marieke over Volt, haar visie op democratie en transparantie, en haar politieke toekomst.
Hoe kwam Volt op jouw pad?
Ik heb Volt leren kennen in 2017, het jaar van het Brexit referendum. De Europese Unie was aan het wankelen en daardoor ontstond het idee van Volt als beweging. Een Française, een Italiaan en een Duitser bedachten dat er iets miste in Europa: meer Europees denken. Na het verschijnen van een NRC-artikel over Volts Europese missie voelde ik me meteen aangetrokken tot de partij. Wat mij aansprak was het idee dat je op basis van feiten en wetenschap beleid gaat maken, met heel Europa samen. Juist nu, met Brexit en toenemend populisme, is er een positieve tegenbeweging nodig. Een beweging die Europeanen weer enthousiast maakt voor Europa. Daarom heb ik Volt gevraagd of ze mijn juridische expertise in internationaal handelsrecht konden gebruiken. De reactie van Volt was erg enthousiast en zo ben ik in het beleidsteam gekomen.’
Hoe ben je van het beleidsteam in de ‘actieve’ politiek gekomen?
Toen ik in het beleidsteam kwam, waren we bezig met het voorbereiden van de Europese Verkiezingen van 2019. Er was een grote meetup gepland in Amsterdam, waar we ons verkiezingsprogramma ‘Amsterdam declaration’ zouden presenteren. Door mijn positie in het beleidsteam kreeg ik de kans om dit congres te leiden. Ondanks dat ik net was bevallen van mijn tweede kind, had iedereen bij Volt het volste vertrouwen in me. Ze wilden me overal bij helpen, waardoor ik dacht, deze mensen zijn anders. In het begin aarzelde ik wel om de politiek in te gaan, maar ik voelde mij bij Volt zo op mijn plek.
Versplintering van de politiek?
Ik denk dat wij een belangrijke toevoeging zijn, er zijn maar weinig partijen die een visie hebben op welke hervormingen nodig zijn om Europa optimaal te laten functioneren. Op deze manier zijn wij niet anti- of pro-Europa, we zijn voor verbetering. Een pro-Europees geluid hoor je wel in de politiek, maar met als argument dat het alternatief zonder Europa, een slecht alternatief is. Volt heeft een unieke visie en bundeling van standpunten die aansluiten bij veel partijen die al in de Kamer zitten. Volt denkt niet in de Nederlandse ‘rechts’ versus ‘links’ mentaliteit, wij kunnen fungeren als een soort plakband ertussen. De partij is niet ontstaan in Nederland, als reactie op Nederlandse problemen, maar in Europa, als reactie op Europese vraagstukken.
Door deze grensoverstijgende focus wordt Volt niet in heel Europa op dezelfde plek op het politieke spectrum gezet.
Dit laat voor mij zien dat de democratie per land anders functioneert. In Nederland is er een lage kiesdrempel, hierdoor heb je veel nuance in het politieke debat. Er is altijd een coalitie nodig om een regering te vormen, er moet consensus worden gecreëerd. In veel Europese landen heb je geen ‘coalitie-politiek’. Als je kijkt naar andere Europese landen, bijvoorbeeld in Spanje, dan is het heel hard nodig dat Volt een nieuw perspectief brengt. Of in Bulgarije of Polen, daar demonstreren we mee tegen de schending van de rechtsstaat. Volt wordt daar als een stuk progressiever gezien dan in Nederland terwijl het in de kern dezelfde partij is. Dit is juist de kracht van de partij en draagt daardoor in heel Europa bij aan een sterke democratie en Europese samenwerking. Op het moment dat in Polen het abortusrecht wordt aangetast, heeft dit ook invloed op het gevoerde dialoog in Nederland. Dus of je Volt nou links of rechts plaatst op het politieke spectrum, het draait uiteindelijk om de gemeenschappelijke Europese kernwaarden die moeten worden beschermd.
Jouw slogan is: ‘Nieuwe politiek is niet die van één leider, maar van vele leiders samen.’
Een van de punten waarom ik mij bij Volt heb aangemeld, was de opkomst van populistische partijen. Ik schrok van deze partijen, met ongefundeerde uitspraken en meestal geleid door één leider. Voor mij is democratie juist met zoveel mogelijk mensen samen besluiten nemen over een gemeenschappelijke visie. Het gezamenlijk bepalen van een toekomstbeeld. Wanneer je dit niet stimuleert en een populistische leider de dienst laat uitmaken, zorg je er voor dat mensen passief worden. Wanneer jij als burger hoort van jouw populistische leider dat jij geen invloed hebt op beleid in Europa, dan maakt dit je boos. Het is dan ook logisch dat je je gaat verzetten tegen het gemaakte beleid.
Door het inzetten van burgerfora willen wij er voor zorgen dat de politiek toegankelijker wordt, dat iedereen misstanden kan aankaarten of ideeën kan inbrengen. Niet alleen de mensen die verbaal vaardig zijn, maar ook juist zij die dat niet zijn. Het is belangrijk dat een burgerforum een afspiegeling is van de maatschappij en dat de burgerfora worden geïnformeerd door experts. De referenda die we nu kennen, stellen een versimpelde ‘ja’ of ‘nee’ vraag. Bijvoorbeeld wil je een nexit of niet? Dan voeg je niks toe aan de democratie. Bij Volt willen we beleid maken met kennis van onderop, iedereen is wel expert in iets. Wij willen die kennis bundelen, en daarmee bepalen waar we heen willen.
Hoe gaan jullie bij Volt om met lobby?
De vraag welke belangen wij dienen wordt vaak gesteld. Tot een paar maanden geleden, waren we als nationale partij nog onbekend. Ik heb het idee dat wij daardoor ook nog niet echt in het vizier van lobby-organisaties zitten en zaten. Wij zijn van mening dat het goed is om te praten met lobby-organisaties. Juist lobby- en belangenorganisaties hebben veel kennis van zaken, op heel specifieke onderdelen. Kennis die wij in de partij misschien niet paraat hebben. Giften groter dan 3000 lichten wij toe op de website. Zo is er een gift, die bijna beroemd en berucht aan het worden is, vanuit de organisatie van onder andere Soros. Deze gift hebben wij als Volt Europa gebruikt voor een Harvard Community course. Nu we bekender worden en gepeild worden op een zetel komen er ook grotere giften specifiek voor de campagne. Voor ons is het heel belangrijk om hier transparant over te zijn, zowel over lobby als giften. Juist omdat wij in verschillende landen werken, is het van belang om transparantie hoog in het vaandel te hebben. Wij werken ook in landen waar corruptie een groot probleem is, daar is het essentieel om duidelijk te kunnen aantonen welke persoon waar en wanneer belang bij heeft.
Hoe voorkomen jullie dat een nationale Volt afdeling een andere koers gaat varen dan het Europese kernbeleid?
Ons beleid wordt in verschillende landen vertaald naar de lokale situatie. Dit moet wel in een lijn blijven met het Europese Volt beleid en visie. Een onderwerp waar dit tot discussie kan leiden is migratie. Als Volt willen wij in Europa een humaan migratiebeleid. Natuurlijk is elke praktische beleidsuitvoering hiervan per land verschillend. Maar afwijken op het kernstandpunt, bijvoorbeeld door te zeggen, wij nemen helemaal geen vluchtelingen op, dat kan niet. Als jij je wil aansluiten bij Volt, of ons steunt, dan zijn onze kernwaarden de uitgangspunten. Dus stel, jij bent lid van Volt in Bulgarije, dan word jij misschien wel belobbyd door een organisatie die geen nieuwe vluchtelingen wil opnemen. Het kan zijn dat deze opinie de boventoon voert in het nationale publieke debat, maar als lid van Volt houd je dan nog altijd vast aan de gemeenschappelijke Europese waarden en belangen.
Hoe schat je de kansen in om een of meerdere zetels te winnen in de Tweede Kamer?
Het wisselt, bij sommige peilingen staan we door de marges zelfs op drie zetels. Dat betekent dat ik misschien wel de Kamer in ga! De vier eerste kandidaten op de lijst zijn een mooie afspiegeling van Nederland; jong, oud, man, vrouw, verschillende werkervaringen.
Maar ik blijf realistisch, ik hoop dat we twee of drie zetels halen. In dat geval blijf ik werken als advocaat, ik heb een gezin en daarnaast wil ik sowieso bij Volt betrokken blijven. Het Europese beleidsprogramma van Volt is een levend document, het wordt voortdurend bijgebouwd en geschaafd.
Wat is het belangrijkste punt waar jij je als kamerlid voor in wil zetten?
Ik wil mij inzetten voor een humaner migratiebeleid. Geen Moria-deals meer, maar een versnelde asielprocedure. Daarnaast is het voor mij belangrijk dat burgers worden meegenomen in het politieke proces. Welke kennis is er al en hoe kunnen we daardoor goed en efficiënt beleid maken. De burger heeft de kennis, is de expert. Ik denk dat door meer in gesprek te gaan met de burger we de democratie kunnen versterken en het gat tussen Den Haag en de rest van het land kleiner kunnen maken. Ten slotte wil ik me inzetten voor het klimaat, maar daar zou iedereen, ongeacht je politieke voorkeur, zich voor moeten inzetten. Klimaat is geen links of rechts probleem, maar een probleem van ons allemaal.