Door: Eefje Appel en Judith van der Vrande

Lise Witteman was lange tijd politiek verslaggever in Den Haag. ‘‘Op een gegeven moment was het tijd om iets anders te doen. Ik wilde naar Brussel en diepgaand onderzoek doen.’’ Ze omschrijft de EU als een bestuurslaag die nog volop in ontwikkeling is. Een mix van denktanks, belangenorganisaties en bedrijven die beleidsmakers bestoken, iedereen probeert een klein beetje invloed uit te oefenen. ‘‘Het is een hele kunst om dit te ontrafelen, want er gebeurt veel achter gesloten deuren. Van die situatie maken belangenbehartigers handig gebruik.” Lise schijnt voor ons wat licht op de lobbywereld in Brussel.

Netwerk
Het hebben van kennis en connecties is heel belangrijk. ‘‘Sommige organisaties hebben minder kennis en lopen daardoor altijd achter achter de feiten aan.’’ Daarnaast is de capaciteit ook een belangrijk punt. Veel partijen proberen dit op te lossen door samen te werken in zogenaamde lobbykoepels. Business Europe is hier een voorbeeld van, dit is de machtigste lobbyorganisatie van de EU. ‘‘Je kunt erg veel bereiken wanneer je je hierin weet te verenigen.’’

Eerlijke lobby
Eerlijke lobby gaat volgens Lise over het hebben evenwichtige toegang. Er zou meer moeten worden nagedacht over wie je uitnodigt in plaats iedereen de mogelijkheid bieden om te komen. ‘‘Dan is het ook logisch dat de bedrijven in de meerderheid zijn. Die zijn goed vertegenwoordigd in Brussel.’’ Je zou volgens Lise ook kunnen zeggen: we laten één iemand van het bedrijfsleven, één iemand van de consumentenbond en één iemand van de industrie aanschuiven. Het is een gewoonte om meteen bij het begin van een proces de sector zelf te betrekken. Wat hier opvalt is dat dit vaak vertegenwoordigers zijn van de financiële sector en er weinig input wordt gevraagd vanuit een wetenschappelijke hoek. ‘‘Waarom wordt er altijd een beroep gedaan op het bedrijfsleven in plaats van beleid dat wordt gemaakt op basis van onafhankelijke kennis? Nodig maar meer wetenschappers uit als je precies wilt weten hoe het zit!’’

Is eerlijke lobby dan wel mogelijk in de EU? ‘‘Als ik een bedrijf was zou ik ook elke mogelijkheid aangrijpen, dit kun je de bedrijven niet verwijten.’’ Met creatieve lobby kun je op dit moment erg veel bereiken in de EU, zo worden er bijvoorbeeld veel denktanks opgericht. ‘‘In de verpakking zien ze eruit als good guy, maar ondertussen laten ze hun eigenbelang gelden.’’ Je hebt natuurlijk al wel het vrijwillige lobbyregister, waar bijvoorbeeld de Europese Commissie alle ontmoetingen in moet noteren. In dit register staan echter veel fouten en het toezicht hierop is minimaal.

‘‘Zodra de spelregels eerlijk worden, dan is eerlijk lobbyen mogelijk.’’

Donatieproces
Eerder deze maand publiceerde Follow the Money (FTM) een onderzoek van Lise en Dieuwertje Kuijpers: een dataset met daarin alle 997 donaties die Europese partijen hebben ontvangen in de periode 2014 tot en met 2018. Europese partijen zijn namelijk verplicht inzage te geven in donaties boven de 500 euro.

Voor het onderzoek van FTM heeft Lise stap voor stap de tegels van het donatieproces opgetild en eronder gekeken: ‘‘wat zie ik daar en is het te begrijpen?’’ Veel informatie is toegankelijk, maar dit is moeilijk vindbaar en slecht gedocumenteerd. Het doel voor Lise was om deze informatie te verzamelen en handzaam te maken, niet om de maximale bedragen boven water te krijgen. ‘‘Het belangrijkste is dat je ziet wie vrienden zijn van de partijen, wie in de praktijk invloed uit willen oefenen. Dan zie je dat multinationals een duit in het zakje doen.’’ Daarnaast gaat het vaak om gezamenlijke projecten, dit maakt het moeilijk te achterhalen waar ze precies voor betaald hebben. Daarom heeft FTM aangegeven: ‘‘we gooien alle donaties op één hoop, hoe jullie het ook noemen.’’

Ook al is lobbyen bij de EU peanuts in vergelijking met het lobby-spektakel in Washington, ook Amerikaanse bedrijven hebben hier hele grote belangen. De vraag is wel in hoeverre EU-partijen door deze bedrijven worden gebruikt. ‘‘Er zit een stijgende lijn in en ze proberen het zeker, maar nog lang niet met zoveel geld.’’ In hoeverre partijen hebben meegewerkt aan het onderzoek varierde nogal. De meeste partijen waren wel bereid om informatie te geven en sommige hebben zelf al aardig wat online staan. Wel was het bij deze partijen opvallend dat er vervolgens weinig terugkwam op aanvullende vragen.

Gesloten deuren
Het onderzoek van FTM werd dan ook wisselend ontvangen en gaf ook zeker boze reacties. Al had het vooral iets ongemakkelijks, stelt Lise. Ze zijn in Brussel zo gewend om achter gesloten deuren te werken en denken zo gaat het hier nou eenmaal.

‘‘Ze schrikken wanneer je er licht op laat schijnen en zeggen zo zie ik het zelf eigenlijk helemaal niet.’’

Voor de gewone man of MKB is het niet haalbaar om op gelijke voet mee te lobbyen, ‘‘die hebben een enorme informatieachterstand en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Er worden wel ministapjes gemaakt, maar er is nog een hele lange weg te gaan.’’