Door Wietse Jelles

Zondagavond – met enig ongemak kleeft mijn blik aan mijn energieslurpende plasmascherm: Arjen Lubach vindt dat we het eens over kernenergie moeten hebben: kernenergie als deel van de oplossing van onze energie- en bijbehorende klimaatellende. Een gevoel van onbehagen bekruipt mij en ongetwijfeld velen anderen, terwijl Lubach ons door de rationele argumenten voor kernenergie heen loodst. Op voor hem kenmerkende wijze: “Dit is waarom mensen tegen kernenergie zijn. En dit is waarom die redenering irreëel is.”

Prompt barst deze week het debat over kernenergie in alle hevigheid los: Klaas Dijkhoff stelt bij Nieuwsuur dat we de klimaatdoelen niet kunnen halen zonder nieuwe kerncentrales. “Jesse Klaver, je bent toch geen klimaatontkenner?” vraagt de wetenschapsredacteur van De Volkskrant Maarten Keulemans zich af. Joost Vullings spreekt van de coming out van de roze klimaatolifant. Die laatste heeft er trouwens een hard hoofd in: het geld is er niet zomaar. En argumenten of niet: D66 en de ChristenUnie zullen volgens hem nooit instemmen. Op dat laatste argument zet ik voorlopig ook m’n geld in.

Onze ‘confirmation bias’

Wij mensen laten ons niet zomaar overtuigen met gegevens. Enkele weken geleden las ik Dingen gedaan krijgen van de Amerikaanse neurologe Tali Sharot. Ze beschrijft hoe je mensen kunt beïnvloeden. Of eigenlijk hoe onze hersenen reageren op pogingen daartoe. In hoofdstuk 1 maakt ze direct korte metten met ons instinct de ander te overtuigen met nieuwe feiten en cijfers. We luisteren vooral naar anderen om onze eerdere overtuigingen te bevestigen. Spreekt de ander dat tegen? Dan zijn we sceptisch over de afkomst van de gegevens. Sharot stelt zelfs dat onze hersenen zich min of meer ‘uitschakelen’ als nieuwe informatie niet strookt met onze eerdere overtuiging. Bent u analytisch aangelegd? Dan bent u geen haar beter volgens Sharot: “Mensen met betere analytische vermogens zijn vaker geneigd om gegevens naar willekeur te verdraaien dan mensen met een zwak redeneervermogen.”

Zoek de gemeenschappelijke basis

Lubach, Dijkhoff en de anderen luisteren wel naar de eerste tip van Sharot: wijs niet zozeer op het ongelijk van de ander, maar probeer de ander te beïnvloeden vanuit een gemeenschappelijke basis. Die gemeenschappelijke basis zien ze in de urgentie van de uitstoot- en klimaatproblematiek. (Bijna) iedereen is het erover eens dat daar zo snel mogelijk een oplossing voor moet komen. Kat in ’t bakkie? Nee, want daar wringt nu precies de schoen: over de ambitie wordt niet (veel) meer getwist – over het hóe des te meer. Links Nederland klampt zich vast aan groene energiebronnen en subsidiëring. Rechts vindt dat groene inmiddels ook mooi, maar enkel als niet alleen de vervuiler betaalt. De door Lubach en consorten gezochte gemene deler is nog lang geen betonvloer om een reactor op te bouwen, maar eerder een splijtzwam (c.q. paddestoelwolk).

Angst bevriest ons

De nieuwe nucleaire lobby gaat aan nog een – volgens Sharot – cruciaal element van overtuiging voorbij: emotie. In dit geval: de door de tweede helft van de twintigste eeuw stevig opgebouwde angst voor kernrampen. Lubach spreekt over de achterhaalde beelden van Tsjernobyl en het absurd lage sterftecijfer van Fukushima (tot op heden één dodelijk slachtoffer). Maar een groot deel van de actieve kernreactoren in Frankrijk is gebouwd vóór de ellende in Tsjernobyl. En onze angst gaat veel verder dan dat: zodra een kernreactor kuren vertoont, wordt de boel stilgelegd, met groot nieuws tot gevolg. Tegelijkertijd maakt de meerderheid van Nederland zich zorgen om de dreiging van een terroristische aanslag. Combineer dat met de toename van cyberdreiging, en er ligt vooral een betonvloer van angst waar je voorlopig nog geen kernafval in kan begraven.

Wat gebeurt er nu? Emotie en angst liggen vastgebeiteld in onze amygdala, een gedeelte vlak bij de kern van onze hersenen. Dit gedeelte communiceert met onze nucleus accumbens, dat anticipeert op positieve of negatieve beloningen. Bij anticipatie op een positieve beloning worden er signalen naar onze motorische frontale cortex gestuurd die aanzetten tot actie. Maar bij anticipatie op een negatieve beloning – zoals pijn – worden er juist blokkerende signalen naar onze motorische cortex gestuurd. We vermijden actie, zodat we op termijn pijn vermijden. Conclusie: als angst op de voorgrond treedt, zullen we geneigd zijn geen actie te ondernemen. Laat staan beslissen een reactor te bouwen.

Overtuigen lukt alleen vanuit begrip van de ander

De aanhangers van kernenergie – en de mens in het algemeen! – zouden er goed aan doen eens van perspectief te switchen – dat drukt Tali Sharot ons op het hart. Als we mensen willen overtuigen van onze standpunten, bedenken we steevast voor onszelf wat overtuigend is. Doorgaans worden we dan niet gehoord of lijkt de ander ons niet te begrijpen. In plaats daarvan zouden we er goed aan doen eerst te willen begrijpen wat er in het hoofd van de ander omgaat en gebeurt.

Myrthe Kusse. Foto: Jeroen Savelkouls