Door Meinte Kingma
Lobbyen bij de provincie kan heel goed, maar noem nou eens één Statenlid uit jouw provincie… We spraken met Robbert Hijdra over de toegankelijkheid van belangenbehartiging bij de provincie. Robbert heeft zelf veel ervaring met het provinciaal bestuur door zijn jarenlange werk als lobbyist bij Natuurmonumenten.
Het overgrote deel van de Nederlandse bevolking komt in het dagelijks leven nauwelijks in aanraking met bestuur op provinciaal niveau. Ondanks een verrassende opkomst bij de afgelopen Statenverkiezingen, wordt deze bestuurslaag onderbelicht en ondergewaardeerd.“Het leeft niet onder de mensen. Terwijl de provincies gaan over groene thema’s zoals landbouw, natuur, water en energie. Daarnaast heb je de discussies over provinciale wegen, ruimtelijke ordening, luchtkwaliteit en infrastructuur. Allemaal zeer belangrijke thema’s voor de leefomgeving van mens en dier”, aldus Robbert.
Beleid binnen deze thema’s kan grote gevolgen hebben voor een breed scala aan belanghebbenden. “Natuurorganisaties maken zich vaak grote zorgen over windmolens en zonnepanelen. De locaties voor de molens en panelen zijn vaak oude landbouwgronden of plekken waar tot voor kort plannen waren om meer natuur te realiseren.”Je zou dus zeggen dat er flink gelobbyd wordt bij de provincie en dat er al een breed gevestigde infrastructuur voor belangenbehartiging bestaat. “Het gebeurt wel, maar niet overal even goed en consistent, zoals in Den Haag. Bij de provincie wordt door belangenbehartigers meer hapsnap gelobbyd. Dan ben je vaak te laat.”
“Statenleden staan wel open voor gesprekken, maar het zijn geen professionele politici zoals Kamerleden. Statenleden hebben niet de tijd en ondersteuning om zich erg te verdiepen in nieuwe dossiers. Statenlid zijn, is een deeltijdbaan”, zo vertelt Robbert. Die onbekendheid met dossiers van Statenleden schept echter ook mogelijkheden. “Voor de kwaliteit van het provinciaal bestuur is er nog veel te winnen, door professionalisering, begeleiding, masterclasses. Maar dus ook door de mensen die een belang hebben. Zo kun je Statenleden benaderen voor een kennismaking en informeren over zowel je organisatie als relevante issues. Dat is netwerken, maar ook serieuze kennisoverdracht. Over het algemeen staan Statenleden daar zeker voor open.”
Een mooi voorbeeld van succesvolle lobby van Natuurmonumenten, waar Robbert zelf een stevige rol speelde, was het tegenhouden van de snelweg die de A1 en de A9 met elkaar zou verbinden bij Amsterdam. Deze weg zou een prachtig landschap op de schop nemen en het Naardermeer aantasten. Met de leuze ”hier wordt niet gebouwd”, een zeer intensieve samenwerking met lokale groepen, ludieke acties en diepgaande gesprekken in het provinciehuis met Statenleden en ambtenaren is uiteindelijk gekozen voor de verbreding en vernieuwing van de A1 en het verdiept aanleggen van de Gaaspendammerweg. Dit betekende niet alleen winst voor de natuur en het landschap, maar ook voor de leefbaarheid van de mensen in Zuidoost Amsterdam en voor de weggebruikers.
Concluderend geeft Robbert de volgende tip mee: “Als je je goed organiseert, kan je in samenwerking met lokale groepen toch heel wat bereiken!”