Door Wietse Jelles

Enkele maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen stuurt WKPA input op de verkiezingsprogramma’s van alle fracties van de 380 Nederlandse gemeenten: 5 tips om belangenbehartiging de ruimte te geven. Fracties reageren enthousiast. En op 22 maart 2018 – een dag na de verkiezingen – ontvangen diezelfde fracties nog een oproep: geef burgers de ruimte om zicht te hebben op de politiek en hun stem te laten horen. WKPA, Stichting Lobby Lokaal en de Open State Foundation geven de frisse raadsleden advies over transparantie. WKPA maakte een analyse van 100 coalitieakkoorden – wat hebben de coalities gedaan met onze input? En welke ruimte voor lokale belangenbehartiging wordt er gegeven?

Gemeenten worstelen met het betrekken van de burger, zoveel is duidelijk. Meer dan een derde – in totaal 36 – van de onderzochte gemeenten spreken bijvoorbeeld over het ondersteunen van initiatieven van burgers, maar in de praktijk zal het om initiatieven gaan die passen binnen de kaders van de coalitie. Dat is iets anders dan invloed kunnen uitoefenen.

Grofweg kun je betrokkenheid van burgers op drie treden onderscheiden: mogelijkheden van inspraak, meepraten en meehelpen bij de uitvoer van beleid, en invloed kunnen uitoefenen op het maken van beleid. Dat is een mooi onderscheid, maar zo helder ligt dat niet in de politieke vocabulaire. Inspraak, participatie, belangenbehartiging – gemeenten gooien vaak alles op één hoop in de coalitieakkoorden.

Dertien van de onderzochte gemeenten geven prioriteit aan betere informatievoorziening en transparantie rond de besluitvorming. 32 gemeenten laten de informatiestroom ook actief de andere kant op lopen, en zetten in op het creëren van meer inspraakmomenten voor de burger. Acht gemeenten besteden actief aandacht aan het gericht verzamelen van input van jongeren, zoals een jongerenplatform in Westland.

In hoeverre geven gemeenten ruimte om de maatschappij te laten meewerken aan (de uitvoering van) beleid? Eén van de hipste vormen van burgerparticipatie is Right to Challenge: als burgers of organisaties denken dat ze beleid beter en efficiënter kunnen uitvoeren dan de gemeente, mogen ze de gemeente ‘uitdagen’ en de taak van de gemeente overnemen. Twaalf van de honderd onderzochte gemeente hebben Right to Challenge opgenomen in het akkoord, elf gemeenten hebben andere concrete experimenten met de uitvoering van beleid opgenomen in het akkoord.

Leuk, maar volgens mij hebben we het dan alleen over de summiere basis. Niet elke burger wil per se een taak van de gemeente overnemen, maar sommigen willen het beleid wel beïnvloeden. Daar staan niet veel gemeenten voor open: dertien gemeenten hebben experimenten met meer zeggenschap van burgers opgenomen in het collegeakkoord, of spreken van van “co-creatie met belanghebbenden”: het schrijven van beleid met behulp van inwoners, belangengroepen en ondernemers – niet alleen burgers dus.

Het maatschappelijk klimaat is de burger goed gezind, maar lang niet alle gemeenten hebben een concrete visie op inspraak of participatie, laat staan op belangenbehartiging. Wie echt iets wil bijdragen aan de gemeente doet er goed aan te checken hoeveel ruimte de gemeente geeft in het collegeakkoord. Is de gemeente niet bezig met concrete initiatieven? Dan wil dat niet zeggen dat de gemeente de ruimte niet biedt of dat jij je stem niet moet laten horen – het is waarschijnlijker dat de visie op dat gebied nog niet helemaal ontwikkeld is. Juist voorbeelden van andere gemeenten kunnen een wethouder dan vooruit helpen. Gemeenten worstelen met de roep om democratisering, en dat biedt kansen voor de burger.