Door: Rosa Steffens

Milan de Vries begon zijn carrière als bioloog en maakte tijdens de Obama campagne van 2008 kennis met organizing. Nu is hij onderzoeker aan de Amerikaanse Johns Hopkins University waar hij meewerkt aan het onderzoek ‘Prisms of the People’. Prisms is een onderzoek dat draait om hoe mensen macht en invloed kunnen uitoefenen in hun eigen wereld en in de maatschappij. Wallaart & Kusse werkt op dit moment – geïnspireerd door Prisms – aan een eigen onderzoek naar succesvolle veranderingen in Nederland. Wij spraken Milan over zijn loopbaan als onderzoeker en over het Prisms project. 

 Jij bent jouw carrière begonnen als bioloog en je hebt een PhD in de biologie. Hoe en wanneer heb je de overstap gemaakt naar een heel ander soort onderzoek, namelijk onderzoek naar organizing?

Ik was bioloog toen in 2008 de presidentsverkiezingen in Amerika waren. Bevriende artsen waren in dezelfde periode een groep begonnen, genaamd ‘Doctors for Obama’. Deze artsen steunden presidentskandidaat Barack Obama vanwege zijn gezondheidswet en zij zochten iemand die ervaring had met organizing en het bouwen van websites. Ik had beide niet, maar ik mocht desondanks toch aansluiten. Oorspronkelijk was het een project van twee weken met een kleine groep aangesloten artsen, maar Doctors for Obama werd al snel groot: tienduizend artsen sloten zich aan. Na Obama’s winst werd het een langetermijnproject en veranderde Doctors for Obama naar Doctors for America. Het duurde uiteindelijk een paar jaar voor de gezondheidswet werkelijkheid werd. 

Daarna werd ik Director of Analytics bij de organisatie MoveOn.org. MoveON heeft miljoenen leden en werkt volgens het idee: ‘’als je wil weten wat tien vrienden willen doen, voer je gesprekken en kom je er achter. Wil je weten wat tien miljoen mensen willen doen, dan heb je data nodig.’’ MoveOn wil zoveel mogelijk mensen bereiken en is anders dan andere politieke organisaties in Amerika. Het idee is dat de leden zelf bepalen wat we gaan doen, MoveOn is its members. Je moet dus goed kunnen luisteren naar heel veel mensen. Dit heb ik heel wat jaren gedaan, maar uiteindelijk ben ik weer onderzoek gaan doen, dit keer aan de kant van organizing. Na al die jaren dacht ik: ‘’mensen of DNA, het is eigenlijk allemaal een beetje hetzelfde.’’ 

Mensen en DNA zijn een beetje hetzelfde?

Ja en nee. Ja omdat het werk wat ik doe met data lijkt op het werk wat ik deed als bioloog en omdat ik wel eens een idee heb dat voortkomt uit de biologie en toepasbaar is op de vraagstukken die ik nu behandel. Kortom, qua onderzoek is het zeker vergelijkbaar. 

Nee omdat er een groot verschil is tussen de menselijke werkelijkheid en biologie. Dit werd al duidelijk tijdens mijn werk voor Doctors for Obama, mensen zijn veel meer dan alleen data. De mens is gecompliceerder, er spelen ook verlangen en gevoelens mee. 

Ik ben nu onderzoeker aan de Johns Hopkins University bij het P3-lab en werk mee aan het onderzoek Prisms of the People. Het onderzoek van het P3-lab draait om hoe mensen in de maatschappij macht en invloed kunnen hebben over hun eigen wereld. Het idee is dat politiek veel meer is dan een individu dat stemt. Als mensen samenwerken kunnen ze, politiek gezien, heel veel bereiken. Wij willen begrijpen hoe dit werkt en wat er moet gebeuren om mensen de macht te geven die nodig is om de wereld te veranderen.

Het belang van ons onderzoek? Onze democratie is wankel. Het idee is dat wij de democratie moeilijk kunnen versterken als we haar niet begrijpen. Om de democratie te versterken heb je meer betrokken mensen nodig die meer kunnen doen. Ons doel is te begrijpen hoe je dit voor elkaar krijgt en de democratie verder kan ontwikkelen. Het is niet vanzelfsprekend dat wanneer je mensen samenbrengt je een democratie krijgt. Er bestaan in Amerika ook rechtse groepen die de staat willen afbreken. De vraag moet zijn: ‘’wat moet je doen om mensen bij elkaar brengen op een manier die bijdraagt aan de democratie en deze niet stuk maakt?’’ 

Wat sprong er voor jullie uit als het gaat om de manier waarop Amerikaanse organisaties gebruik maken van organizing

In Amerika worden veel en snel groepen en clubs gevormd. De manier waarop deze zijn gevormd zijn vergelijkbaar met de manier waarop het land zelf is gevormd. Het zijn groepen waar mensen zelf het besluit nemen en leiderschap moeten tonen. Wat ons opvalt is dat dit lijkt te veranderen en dat de oorzaak hiervan politiek is. De politiek is de afgelopen jaren genationaliseerd en als gevolg hiervan zien wij steeds vaker groepen die beginnen als een nationale beweging. Leden hebben weinig invloed op wat de groep doet, want er zit een professioneel bestuur. Wij zien dit als een verzwakking van de civic opportunities, de mogelijkheid om zelf en samen dingen te regelen binnen een gemeenschap. We zoeken naar waar de civic opportunities nog bestaan en in welke vorm ze actief zijn. Het land ontwikkelt zich door, maar de politieke infrastructuur loopt achter. 

Bij Doctors for America deden artsen vrijwillig mee, maar de American Medical Association (AMA) was de organisatie die artsen vertegenwoordigde. De AMA wilde ook een betere gezondheidswet, maar besloten het Obama voorstel niet te steunen. Als reactie hierop hebben wij een website gemaakt waar artsen konden ondertekenen dat zij zich niet vertegenwoordigd voelden door de AMA. Wij konden dit doen omdat bij ons de artsen echt hun eigen mening hadden en konden uiten. De AMA kon dit na dit statement niet meer doen. 

In P3 zeggen wij dat mede-eigenaarschap belangrijk is. Als je wil dat mensen op de lange termijn blijven doorgaan, moeten zij het gevoel hebben dat het project van hun is. Daarnaast zien wij ook dat flexibiliteit erg belangrijk is. De wereld en de politiek verandert constant. Wij zien dat de groepen die flexibel zijn het vaak beter doen. De flexibiliteit krijg je door mensen binnen de organisatie te hebben die van richting kunnen veranderen. Leden die zelf dingen kunnen bepalen dragen flexibiliteit met zich mee. 

Jullie doen ook onderzoek naar social homes. Waar gaat dit over?

Dit onderzoek draait om de vraag: ‘hoe voel jij je thuis binnen een organisatie en waarom?’ We zien dat er steeds meer groepen zijn die wel iets doen met politieke organizing, maar ook veel andere dingen doen. We houden ons bezig met het leven van leden beter maken. Op deze manier komt het gevoel van bij een groep horen vaak eerder dan de overtuiging die bij de groep hoort. Een voorbeeld hiervan vind je in de anti-abortus bewegingen. Veel mensen komen binnen bij deze organisaties zonder dat zij een sterke mening hebben over abortus. Ze sluiten zich aan omdat ze iemand kennen of omdat ze het gezellig vinden. Naarmate de tijd verstrijkt gaan zij zich pas vinden in de (politieke) standpunten. 

In de organizing gaat het vaak over de theory of change. Een voorbeeld hiervan is staken om een doel te realiseren. Er is ook een ander idee dat minder vaak voorkomt. Dit is het theory of community en gaat in op ‘wij gaan iets doen en waarom is dat belangrijk voor ons?’ De theory of community geeft deelnemers het gevoel onderdeel te zijn van een groter geheel. Voor ons is het interessant om te zien hoe het gevoel van samen wordt versterkt. 

Wallaart & Kusse wil onderzoek doen naar organizing in Nederland en of het anders is dan in de Verenigde Staten. Het is een interessante vraag om te kijken naar wat is hetzelfde en wat is anders. Zijn mensen gewoon mensen of zitten er echt verschillen in de cultuur?